Archive for 7 september 2016

MOEDER

september 7, 2016

FINDING VIVIAN MAIER - 2014 FILM STILL - Woman at the NY Public Library still - Photo Credit: Vivian Maier/Maloof Collection

Zelfs de grootste schobbejak heeft altijd wel een Moeke en een Bompa. Dichtertje heeft ooit twee bompa’s gehad (één voor in de week & één voor ’s zondag pree aan te gaan vragen). Een Moeke heeft hij nog altijd. Hij heeft haar moeten achterlaten ‘zoals een pop’ ‘door ’t volk bij ’t heengaan’ vergeten in een bejaardentehuis, ergens bij Mechelen….

Ik ben niet, ik ben niet dan in uw aarde. Dichtertje probeert de woorden weer aan elkaar te puzzelen, zoals zijn Moeke soms uren zoekt naar haar woorden, -Allez, hoe gaanekik da hier nu zegge? -schuifelend langs de muren van haar veel te grote huis, met daarin haar veel te kleine kamer. Nog een geluk dat ge zo gekrompen zijt, ‘Mijn moederken”, want voor die prijs kunt g’u tegenwoordig nog amper ’n hondenkot kopen… “Mijn moederken, ik kan het niet verkroppen”… Fuck, hoe gaat het verder? “Dat het budget dat men vandaag aan mensen zoals gij nog besteden wil serieus gekrompen en verdroogd is… “ Neen, neen, ’t was anders.

Zijn geheugen is zoals zijn karakter: slecht. Dichtertje spant weer al zijn denkspieren. De woorden vloeien:

“Mijn moederken, ik kan het niet verkroppen

dat gij gekromd, verdroogd zijt en versleten,

zoals een pop waarin een hart zou kloppen,

door ’t volk bij ’t heengaan in een huis vergeten.” 

Dat is de eerste strofe van het gedicht, geschreven door Willem Elsschot, in Parijs, in 1907. Teruggevonden in een van zijn schriften, zoals men ooit, in 1932 in Oxford, in de marge, een van de allereerste zinnetjes Oudnederlands zou terugvinden: Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu. Een tweet uit het einde van de elfde eeuw.  Hoe zal straks zijn eigen bejaardentehuis gaan heten? Villa  Sex Pistols? Anarchie in de Psychiatrie? Vijftig Tinten Grijs? En wie zal voor hem willen zorgen? Voor de krekel die alleen maar heeft gezongen? Met aan mijn zij dag en nacht een jong verpleegstertje (voor ne vent nog altijd ’t beste medicament)?

Op een vrijdag stond hij aan de uitgang van het bejaardentehuis. Plots stond ze naast hem: een jeugdliefde. Veertig jaar werden ze terug in de tijd geslingerd. Naar toen ze jong waren en blasfemisch mooi. Zij dook op uit de nevelen van de tijd, een hologram op het holodeck van Kapitein Spock, en hij verscheen aan haar zoals een god die nederdaalt als een gouden regen… Ze stonden samen cijfertjes en letters in te tikken, uitermate ingewikkeld, een alfanumerieke code die men van achteren naar voren intikken moet. Zoiets vereist de nodige hersenkronkels. Het is bedoeld om te vermijden dat demente bejaarden zo maar zouden naar buiten stappen.  Dichtertje en de geliefde van weleer gingen elk hun eigen weegs, liepen elk naar hun auto en waren tevreden dat ze de code nog kenden.