Archive for februari, 2016
Zwerfvrouw: een onmogelijke column
februari 29, 2016WINNETOU IN WIJGMAAL
februari 25, 2016Ping! klonk de smartphone midden in de nacht. In Messenger verscheen een prent. Afkomstig van Stadsarchief Leuven – rare namen hebben die Facebook-vrienden. Flexibele uren ook. Het was een uitnodiging voor een filmvoorstelling in een lang verdwenen bioscoop. Normaal lig ik niet van wakker van zulke dingen. De locatie deed het ergste vermoeden: Wijgmaal, de ghost town langs de Vaart Leuven-Mechelen.
De vertoning zou plaats vinden op zaterdag 12 en zondag 13 februari. Verder geen jaartal. Leeft men daar buiten de tijd? Wijgmaal, is het een dorp, een stad of een zwart gat? Hoe had die boodschap mij bereikt? Telekinese, telepathie, of voodoo? Huiveringwekkende scenes uit The Shining flitsten aan mij voorbij.
Enig Googliaans geworstel met mijn trouwe vriend Smartphone onthulde mij vele geheimen. Op het adres dat in de advertentie vermeld werd had inderdaad een bioscoop gestaan: Ciné Lido, daarna is het nog Cinema Roxy geweest. Heeft iemand affiches of foto’s van de zaal?
Zo een prent dat zegt natuurlijk niet veel. Het was een cliché: de negatieve weerspiegeling van een zwart-witte pentekening op een koperen plaat. En daar de afdruk van. Het lijncliché, deze specifieke vorm van de boekdrukkunst, viel in die dagen voornamelijk te bewonderen in gratis huis-aan-huis reclamebladen. Aan kleur was men toen nog niet toe. De wereld was nog een boek vol prenten om zelf te kleuren. Kleurrijker.
Dieper geploeter door de krochten van cyberspace leerde mij dat het ging om een aankondiging uit 1966. Twee films na elkaar. Een double feature heet dat nu. We betalen vandaag 20 keer meer voor één film. (Van twee keer niks.)
De eerste film was Schweiks vlegeljaren. Met in de hoofdrol Peter Aleksander. Alle films met hem heb ik gezien. Mijn favoriet was Hurra, die Schule brennt.
Ook de hoofdfilm was Duits: Die goldene Göttin vom Rio Beni. Waarschijnlijk doet de naam van de hoofdrolspeler niet meteen een belletje rinkelen: Pierre Brice. Wèl als ik de volgende titels opsom: De Schat van het Zilvermeer, Old Surehand, Old Firehand, Old Shatterhand, Winnetou (Ein, Zwei, Drei), Winnetou und das Halbblut Apanatschi, Winnetou in Tirol…
Zijn tegenspeelster was Gillian Hills. Afgaande op de dt-fout waarmee men adverteerde zou men denken dat het om een dom blondje ging: “In de hel van het Amazone gebied, ontketend een vreemde blonde godin de hartstochten!” Deze amazone had echter haar sporen al verdiend als rebelse puber in Beat Girl (1960). En nog daarvoor was ze al ontdekt in Frankrijk door Roger Vadim, die haar zag als de nieuwe Brigitte Bardot.
Die avond in Wijgmaal vertoefde Winnetou in mooi gezelschap. Liever dit dan altijd maar te moeten rondzeulen met die Old Shatterhand op de prairie.
Men komt dat tegenwoordig niet veel meer tegen een Indiaan die Pierre heet. Of Duitse cowboyfilms. Gefilmd in Kroatië… Jeugd bestond uit meer dan Vlaamse Filmkens… Lang was Wijgmaal voor Leuven even belangrijk als voor België het Duitstalig gewest.
Ik mag er niet aan denken wat er allemaal in het donker van die cinema gebeurde. Is het toeval dat de advertentie eindigt met in de hoek rechtsonder een advertentie voor babyartikelen?
HOOP
februari 19, 2016Ongelofelijk wat er allemaal gebeurt in het donker! En dat is niet anders in een theater, eens het doek open gaat en de lichten worden gedempt. Ook niet in de majestueuze Stadsschouwburg van de fiere stede Leuven, suburb van Kessel-Lo, een monumentaal gebouw, vorm gegeven door stadsarchitect E. Lavergne, een parel van classicistisch eclecticisme, uit de grond gestampt in 1867.
In deze culturele darkroom vond, aan de vooravond van Valentijn, een -het kan niet genoeg herhaald worden- schitterende voorstelling plaats van Hoop. Een theatervoorstelling verzorgd door Het nieuwstedelijk.
Na Hebzucht en Angst is Hoop het sluitstuk van een trilogie. Een voorstelling die herinnert aan de hoogdagen van het politiek theater uit de jaren zeventig, en die een punt zet achter dertig jaar postmodern gezwets op de bühne.
Dichtertje zat, met Zijn Geliefde -hij voelde zich een koning te rijk- , ondanks zijn hardnekkige hoogtevrees, diep weggezonken in het bloedrode pluche van ver vóór de Belle Epoque, op het eerste balkon. Op de bühne werd volop de trom van opstand geroerd. Met man en macht riep het gezelschap de toeschouwers op om zelf de handen uit de mouwen te steken en samen het goede leven vorm te geven.
Denk even aan De Stomme van Portici en u begrijpt dat Ons Volkske niet ongevoelig is voor theatraliteit… Meegesleept door het enthousiasme op het podium, kon de geliefde een paar keer niet aan de verleiding weerstaan naar de smartphone te grijpen en foto’s te maken.
Na de voorstelling volgden in het foyer hartverwarmende gesprekken met enkele acteurs. Alles verliep rimpelloos. Tot op het moment waarop Dichtertje Zijn Liefste trots zei dat ze prachtige foto’s had genomen, van een paar mooie momenten in de voorstelling – er waren er zoveel van – had ze gekund ze had de hele voorstelling geregistreerd. En of ze het erg vonden als die zouden gepost worden.
Een stilte viel, gevolgd door een schaduw in de fel verlichte ruimte, als een gitzwarte wolk die over een zonnige dag trekt:
Wat! Was jij dat? Wij zagen flitsen vanuit de zaal, alsof er in de schouwburg een flitspaal stond. (In Leuven weet je nooit.) Ongelofelijk storend als je op de planken staat. Het brengt je uit de concentratie. Als die foto’s op Facebook gepost worden is dat een fout signaal: neem maar foto’s, mensen. Post er maar op los! 10.000 likes. In geen tijd. En dan nog taggen ook. Alsof er een glazen wand zit tussen spelers en publiek, alsof acteurs tv-beelden zijn, ongevoelig voor wat er in de zaal gebeurt.
Dichtertje en Zijn Geliefde zijn serieuze mensen.
Ze zullen het nooit meer doen.
VALENTIJN 2016
februari 14, 2016
LET’S DANCE
februari 12, 2016
Veel stijver dan gewoonlijk ontwaakte Dichtertje… Het was zo’n dag waarop hij niet weet wat hij is. Ongetwijfeld een minotaurus, half dier half mens, half mens-half journalist, een fabeldier zoals David Bowie op de hoes van Diamond Dogs (1974) staat afgebeeld (door de Belgische kunstenaar Guy Peellaert -psychedelisch nazaat van Fernand Khnopff).
Dichtertje zit teveel in bibliotheken (het wordt tijd dat het weer lente wordt, in de lengte van dagen). Er zijn geen bibliotheken meer, alleen Google.
Hij zat nog eens een nacht op de Oude Markt. In de ijdele hoop de illusie te kunnen koesteren dat hij heel kortstondig nog eens twintig was. Geloof me, de volgende ochtend voelde hij aan zijn oude botten dat hij al enkele keren twintig was. De verhalen die hem die nacht als rollende teerlingen aangereikt werden logen er niet om. Iets wat vaak terugkwam waren de potsierlijke politionele pogingen om het nachtelijk jonge geweld in te tomen. Een bezadigd burger van middelbare leeftijd, zoals Dichtertje, kan dat hier onmogelijk in één-twee-drie bevestigen, noch ontkennen. Wel zeker wist hij dat sommige passages van de verhalen moeiteloos de beste bladzijden uit Kafka overstijgen.
Het gebeurt overal, op elk moment. In Antwerpen, of in het verdronken land van Wilsele-Putkapelle & in het woeste Wijgmaal.
Welk soort oorlog voert men? Een oorlog tegen de jongeren? Tegen de armen? Of richt men zijn pijlen op de nieuwkomers? Geen hond die het weet. Laat staan dat een Dichtertje van twee-keer-niks uit Kessaloniki een antwoord heeft. Het Oude Continent, waarvan hij een fier ingezetene is, bekreunt zich in al zijn voegen. Omdat er 1 miljoen vreemde eenden erbij komen in de bijt die Europa heet. Alsof het hier gaat om eendjes vissen op Leuven Kermis.
Oh Sweet Sixteen! Alle goede zielen van het jaar Zes-Punt-Tien begrijpen jullie dan niet dat dit slechts een kleine vingeroefening is voor wat eventueel komen kan? Wat zou er gebeuren als straks de doelstellingen van de groots opgezette pompeuze klimaatconferentie van Parijs niet gehaald worden, en de aarde –een kosmische koortsaanval- toch iets meer opwarmt dan 1,5 of 2 graden Celcius? Een dichterlijke overdrijving, uiteraard. Het water in de Dijle & in de Voer begint al te pruttelen.
Zo’n Vaart loopt het natuurlijk niet. Een kleine temperatuursverhoging van Moeder Aarde en de leiders van de wereld zullen moeten bedenken waar ze op korte termijn 300 miljoen mensen plaatsen, allemaal mensen die op de loop zijn voor allerlei rampen.
Het wordt dus hoog tijd dat we leren elkander het licht in de ogen te gunnen.
BLOGNIXMIX
februari 10, 2016Franse les
februari 6, 2016Pêle-mêle: zonde toch dat de Franse taal voortaan zulke parels zou achterwege laten…
MEDIALIED
februari 5, 2016WANT
februari 4, 2016Dit is een verhaal uit de kortste winter ooit.
Op het gevaar af door een of andere Vlaamse Reus, of enig ander plaatselijk politiek beest versleten te worden voor oubollig, kneuterig en met een te hoog Ernest Claes gehalte, meldt Dichtertje u het volgende… Bij de eerste winterprik komt hij tot de pijnlijke constatatie dat die handschoenen weer niet te vinden zijn. Waarschijnlijk de kinderen, of vergetelheid, of een gevolg van dichterlijke overdrijving in vloeibare vorm.
Voortgedreven door de bijtende koude deed hij iets wat men in dit stadje niet graag ziet: hij fietste.
Dichtertje begaf zich naar dat stadsgedeelte waar het stikt van fijn stof en van de Nederlandse multinationals. Misschien kan men die koloniale enclave maar beter meteen omdopen tot Hollandia. Of Nieuw Amsterdam?
De deuren van de kledingzaak stond wagenwijd open, alsof het bedrijf zich kosten noch moeite bespaart om het zwerk tussen Kortenberg Diest Tienen en Mechelen te verwarmen. Men kon er gerust met de bedrijfswagen binnenrijden – misschien een tip voor het mobiliteitsplan? Beneden drive-in, boven winkel!
Dichtertje kocht een paar handschoenen. Voor minder dan 5€. Daarvoor kan je niet gekloot zijn. Groot gelijk had hij: er was al iemand voor gekloot. Een man, een vrouw, of een kind. In een andere tijdszone. In een sweatshop.
Misschien kan hij beter zoals dat kleine schriele onnozel manneke in India– hij kon rokkenrollen in een Cocafleske – zelf aan het weven en breien slaan. Urban Stitches, heet zoiets tegenwoordig met een duur & hip woord. In zijn onderbroek en verder met niets anders om het lijf dan een beddenlaken begon Manneke India in zijn eentje –Don Quichotte achterna -te weven, in de hoop de textielindustrie van de Engelse onderdrukkers op de knieën te krijgen. En inderdaad: de wever haalde zijn slag thuis, zijn businessplan sloeg aan.
Alle beetjes helpen, zei mijn Bomma altijd, en de mier piste in de zee. Het bestond niet dat wij handschoenen kochten. Die werden gewoon thuis gebreid. In no time. Wij hadden de handen vol wanten. Het had niets te maken met Wendy Van Wanten, of met scheepsvaart, een want was gewoon een handschoen waarbij alle vingers, behalve de duim in één ruimte zaten. In zekere zin kan men stellen dat mode vroeger veel gedurfder was dan vandaag. Het is onvoorstelbaar in welke kleren men zijn kinderen vroeger durfde te steken. Truien, sjaals, tot gebreid ondergoed aan toe! (Een teken aan de wand.)
Aan het rek met handschoenen hing een bordje: ook handig met smartphone.
Hij nam een selfie, tagde zichzelf en postte het geheel.
Een onooglijk klein tekeningetje lichtte op: een opgestoken duim.
Net een want.