Zo gaat dat. Een stad (ter grootte van Leuven) doet een openbare aanbesteding. Voor een onderaardse fietsenstalling. Het kon het Rector Pieter de Somerplein, wel zijn. Het stadsbestuur verwacht dat de plaatselijke sociale economie een aanbod doet. En zo gebeurt het. Maar plots duiken aan de kust kapers op. Ze doen een financieel voorstel. Dat ligt -laat ons zeggen- 50.OOO euro onder alle andere voorstellen. De privé-sector haalt het. En zo komt het dat het stadje (ter grootte van Leuven) maandelijks 40.000 euro betaalt om er gemiddeld zo’n twintig fietsen te stallen. De gemeenschap heeft bakzeil gehaald. Ik zou zeggen: laat ons vooral genieten van de geneugden van de vrije markt!
Geef een reactie