… “Godver-de-godverse zwaartekracht”, sprak Kip Kong tot Alexendra de Rosse Kip en de twee andere Mechelse Koekoeks -waarvan we hier alleen de initialen geven: Kip L. en Kip C. “Wat zitten ze daar toch weer al te kakelen! Miljarden cadeaus geven aan de banken en aan de multinationals, en dan zouden ze nog gaan moeilijk doen over één dagje staken, één dagje, dat niets uithaalt, behalve wat mensen tegen elkaar opzetten. Waarom kunnen ze niet een voorbeeld nemen aan onze baas?” “Is het de baas, of onze eigenaar?” opperde Kip C. “Hij zegt toch zelf dat bezit diefstal is” zei Kip L., “en neemt onze eieren weg”. – ik zag dat het menens was, durfde niet dichter bij de kippenren te komen. “Het zijn de banken en de multinationals die ons pluimen”, zei Alexandra terwijl ze nog vlug een graantje meepikte. “Hebben wij al ooit één ei gelegd op zondag?”wierp Kip L. op. “Dat is een sociale verworvenheid”, voegde Kip C. er zwierig aan toe. “Hij, Onze Schepper, van granen en andere spijzen, Onze Schrijver, heeft makkelijk praten, hij staakt al jaren elke maandag. Weet je wat wij doen, volgende maandag?”Alle kippen samen: “ Wij staken!”
De dag barst open: een explosie, geluidloos. Een eierdooier, ter grootte van Jupiter, wordt uit de grond geperst, omhoog gestuwd, en – plop! – het zwerk in gezogen. Zo gaat het nu al meer dan vijftig jaar elke dag opnieuw: de aarde wil zijn ei kwijt en het zwerk wil een ei als ontbijt. Elke dag baart de aarde een ei zonder kalkschaal, enkele de vruchtzak. Het is een windei. De dooier, de reuzendooier bewerkt met een E-honderd-enzoveel-kleurstof, voor elke dag van het jaar een andere kleurstof. Alle nummers wit, rood, blauw en grijs zijn voorradig. Knaloranje zijn de stralen die vandaag uit de grond waaieren en omgebogen worden tot een dooier. Zo gaat het nu al meer dan vijftig jaar, dag in dag uit, elk seizoen hetzelfde: de aarde baart de zon. De aarde kreunt, de aarde kraakt. De aardkorst, de eierschaal, barst, en baart een windei. De dooier gevangen in een membraam, de celwand is stevig en dik – we krijgen een donkere dag- of doorzichtig: het wordt een heldere dag, helblauw… En dan weer liggen alle gazonnetjes in de buurt er onberispelijk bij, bloemen ontvouwen zich, luxaflexen worden opgetrokken, files ontrollen zich, roltrappen worden aangetrapt, sensoren openen deuren, dichters krijgen groen licht, in de hoofden klotsen verhalen in alle maten en afmetingen… En ’s avonds slurpt de aarde het ei op, herkauwt aminozuren tot dromen. In zwart-wit.
De schrik sloeg mij om het hart toen ik vanochtend (in alle vroegte) de kippenren naderde. Er heerste een drukte van belang. Zaten ze met een ei? Of zijn ze gewoon mondiger geworden, en dus lastig? Hadden we hier te maken hadden met “bendevorming bij nacht”. Mijn vier gevederde vriendjes, hadden in elk geval eigen-”handig” het binnenpoortje van hun slaapvertrekken naar beneden gegooid. Hun snavel roerde zich. Het oproer kraaide. Ze hadden het over Paul Magnette. Wie? Vroeg ik. Ze legden mij uit dat de brave man minister was en dat hij uitgehaald had naar de Europese Commissie. Iedereen pikt graag een graantje mee, maar er zijn grenzen, ook aan Europa. Magnette zou gezegd hebben dat de Europese Commissie zich gedraagt als één grote roversbende, en dat als we niet oppassen straks alle schatkisten leeg zijn. Ik moest er even bij zitten. Oorverdovend werd het gekakel. Had de man gehandeld als een kip zonder kop? Of was het slechts loos gekakel bij het leggen van een windei? Ach, verzuchtte Alexandra (dat is onze rosse kip): weet je wat wij nodig hebben? …
De stilte was om te snijden…
Wat wij nodig hebben is een Waalse haan.
Elke ochtend weer vraag ik het me af. Of het wel verantwoord is die bende op de wereld los te laten, die woeste bende, die niets ontziende bende. Vaak probeer ik eerst op hen in te praten… Om de gemoederen een beetje te bedaren… Voor dag en dauw sta ik op, elke dag vroeger, ik maak het poortje open, en het deurtje (extra beveiliging tegen steenmarters) van hun (riante) slaapvertrekken, maar dan nog stormen zij, keer op keer, alsof de duivel hen op de hielen zit, de kippenren in! Niet te stuiten. In formatie: mijn vier heerlijke kippetjes!