Natuurlijk is het niet cool rond te rijden in de auto van je pa. Dat hadden zelfs de ouders van Lou Reed hun zoon nooit aangedaan. But there aint no cure for the summertime blues. Het pianoriedeltje van “She’s a Rainbow” van The Rolling Stones mengde zich naadloos met het zoemen van de BMW 1800 (bouwjaar 1967). De jonge god Paris ontwaakte uit hibernatie, de slaap die organismen in staat stelt verre reizen te maken door tijd en ruimte. Uit de donkere hemel vielen dikke druppels op het glas van de citroengele auto. Paris werd aangezogen door de wijdsheid van het landschap. Weiden en sloten tot aan het industrieterrein. Oranje vlammetjes tegen de grijze achtergrond. Opspattend water van auto’s die te snel reden. Paris’ kijk werd licht vervormd door het water dat uit elkaar getrokken werd tot dunne slierten. Schuine afgaande strepen. Paris had geen oog voor papa zijn speeltje. De jonge god zat op de achterbank, tussen regen en aarde, en wou elk geluid uit de Blauwpunkt opvangen. Zeker van dit nummer. Het was toen al een enkele jaren oud, nadert nu ook al de halve eeuw.
Zijn gedachten waren bij Bloemen. Haar naam belichaamde het tijdperk, het epoque haar op het frêle lijfje geschreven. “She’s A Rainbow.” Hoe zij haar haren kamde, een tuil van kleuren, lange gouden draden.
Bij elke noot van “She’s A Rainbow” zag hij een ander beeld van Bloemen. De Stones hadden zoveel betere nummers. “You Can’t Always Get what You Want“. “Jumpin’ Jack Flash”. “Street Fighting Man“. “Lady Jane” was pure magie. En “Goodbye Ruby Tuesday“. Meesterlijk! Hoe deze wildebrassen wereldwijd weemoed plantten in de harten van de rebellenclub. En hoe elk middenrif vibreerde als die Brian Jones de sitar speelde op “Paint It Black“. En ze hadden nog ruigere nummers. “Brown Sugar” en “Honky Tonk Woman“. In het heetst van de zomer hadden Bloemen en hij geslowd op “Angie“.
Paris zuchte. Alle fraaie foto’s die hij ooit had gezien op de grote glanzende bladzijden van “Avenue” dwarrelden door zijn hoofd. Zou er ooit een kracht kwaadaardig genoeg zijn om deze liefde te vernietigen?
De auto reed over het bruggetje. Wieren in water. Ondanks alle onheilsberichten was alles glashelder. Het zelfreinigend vermogen van water, dacht Paris, hoe sneller het stroom hoe eerder alles weer zuiver is. Zo is het ook met de gedachten. Hoe sneller die vloeien, hoe eerder de geest zich bevrijdt van al het onaangename.
De radio vervolgde: ” It was the third of September. That day I’ll always remember, yes I will.” Van dit soort muziek hield vader niet, maar een kind moet getroost worden, zeker op de eerste schooldag.
De auto stopte. Op deze maandag van september 1973 werd de jonge god gebracht. Hij gooide het portier dicht. In zijn legerjasje met Mao-kraag en op zijn nieuwe canvas desert boots stapte Paris met flinke pas door de poort. Klaar voor de lange mars.