Nu breekt mijn klomp, denk je, maar het zijn twee stukken van je potlood die je vasthoudt en onmiddellijk weggooit. Je grijpt naar verf, penseel, palet en vod en probeert het portret neer te borstelen… Het moest een statieportret worden, maar het werd zo’n clowntje. Je kent dat wel. Zo moeten er duizenden zijn. Ze hangen op onvermoede plaatsen, niet zelden in de slaapkamer. De meesten hebben een rood neusje. En ze geven licht af in het donker. Bij sommigen gaat er een licht op zodra ze jouw pas geverfde meesterwerkje zien: “Ja da’s toch dienen dikke met zijn plezante oogskes”, zeggen ze dan en wanen zich in de finale van de slimste mens. Ja, het is dinges… Hij zetelt in het bestuur van AB InBev. Het is een olijkerd en een dikkerd. Telkens je de ronde snuit ziet blinken van weelde verwacht je een toeter, een bel, of een zot muziekje uit de tijd van de comische one-reelers, aan het begin van de cinema te horen. Je kan je niet inbeelden dat hij geen bolhoed draait, je kan het niet laten maar telkens je deze dikke guit ziet staat er een schraal bolhoedmannetje naast. Als die bang is of pijn heeft proest men het uit. Maar, alla, hoe heet hij nu? Sommigen noemen hem “het Brabants trekpaard”, anderen noemen hem de loodgieter. Geregeld duikt hij op in strips, in sketches op TV De olijke dikkerd maakte zijn opgang in de politiek niet via verkiezingen maar via de partijcenakels van zijn zeer christelijke partij. Het is allemaal een kwestie van vertrouwen en geloof. Via de studiedienst van de koepelorganisatie van de goedgelovige arbeidersbeweging en als ondervoorzitter van de goedgelovige jongeren, belandde hij vanaf 1971 eerst als medewerker, later als kabinetschef, bij verschillende goedheilige ministeriële kabinetten. In 1981 werd hij minister. Daarna kreeg hij witte rook om de ene regering na de andere te vormen, te leiden of te depaneren. Hij, de geboren winnaar in de huid van een sympathieke loser. Op die mans kan niemand kwaad zijn. De underdog ter grootte van een Brabants trekpaard. Je komt hem tegen, de koning van Vilavod, op een receptie kan hij zo soms achter je staan, of in de file, op het viaduct boven de Verbrande Fabriek. Iedereen zit achte rhet stuur van de wagen en men is op van de zenuwen, maar wie maakt daar een charmant gebaar, Is hoffelijk, en laat je zo maar voorgaan? Hij – het is echt jammer dat we ons zijn naam niet herinneren. Zo moeilijk kan het toch niet zijn. Hij draaft op in alle spelprogrammatjes en depaneert regeringen aan de lopende band. Hij is slim en intelligent, Zijn dossierkennis en intelligentie zijn legendarisch, muraculeus haast… Het leven kan wreed zijn. De macht ligt al lang niet meer in handen van de politiek. Misschien is het daarom dat politici, als tussendoortje, als achterafje, als appeltje voor de dorst, of als uitloper van een fijne carrière, gevraagd worden in allerlei bedrijfsraden. De economie als olifantenkerkhof voor de politiek? Je moet hem er niet naar vragen, hij zegt toch: Geen kommentaar. Hij wordt gevraagd. Laatst nog als voorzitter van de raad van bestuur van Dexia. Die zaten met een probleem, een serieus probleem, neen, niet van die zever zoals de Israëlische kolonisten. Dit land heeft ervaring met kolonialen. Het was ook niet om die apen uit het Lapperfortbos te verdrijven, daar in Brugge – vijf punkers, één zatte communist en een dichtertje van mijn kloten. Neen, het was voor het serieuzere werk. Bij Umicore. (tot 2001 bekend onder de naam Union Minière; de naamsverandering was ingegeven door het feit dat Union Minière geen mijnactiviteiten meer uitvoerde). Een Belgisch bedrijf, oorspronkelijk gespecialiseerd in vijf gebieden met betrekking tot metalen: Precious Metals Services (edelmetaaldiensten, zoals raffinage en verwerking van edelmetaalhoudende materialen); Precious Metals Products and Catalysts (edelmetaalproducten zoals Goud, Platina; katalysatoren, vooral voor voertuigen); Advanced Materials (geavanceerde materialen o.m. kobalt- en germanium-verbindingen); zink (in 2007 afgesplitst–behalve de activiteit “zinkspecialiteiten”– zie hieronder); koper (in 2005 afgesplitst, zie hieronder). De afsplitsing van de zink- en koperactiviteiten betekent dat Umicore zich heeft omgevormd tot een “materiaaltechnologiebedrijf”. De geschiedenis van Umicore hoboken gaat terug tot in 1887 toen de fabriek werd opgericht onder de naam ‘zilverfabriek’ en er werkten toen 300 mensen In 2006 boekte de groep een omzet van € 8,2 miljard en het heeft in 2007 ongeveer 14.000 mensen in dienst. In 2005 werd de koper-afdeling afgesplitst onder de naam Cumerio (een anagram van Umicore). Zowel Umicore als Cumerio zijn genoteerd op de Euronext-beursindex. In 2008 werd Cumerio overgenomen door Norddeutsche Affinerie, en verdween op 8 april 2008 van de beurs. In 2007 fuseerden de zinkactiviteiten van Umicore, dat 4,2% van de wereldzinkproductie voor zijn rekening nam, met Zinifex tot het Nyrstar-concern, dat met 10,1% van de wereldzinkproductie de marktleider is geworden. Nederland en België De Umicore-vestiging in Hoboken.Belgische vestigingen zijn er in Angleur (zinkpoeders, zinkoxide), Balen (zink, cadmium) (nu Nyrstar), Brugge (kobalt, metaalzepen en harsen) Brussel (hoofdkantoor en verkoopdienst), Dievegem (zinkproducten voor de bouw), Heusden-Zolder (zinkoxide), Hoboken (edelmetalen), Olen (research & development; nieuwe materialen, e.d.; de afdeling koper behoort nu tot Cumerio), Overpelt (producten voor de bouw, metaalpoeders, zinkchemicaliën …) (nu Nyrstar), Vilavod (zink voor bouwmaterialen) en Zolder (Rezinal: zink uit recyclagematerialen). In Nederland zijn er vestigingen in Amsterdam en Eijsden (zinkoxide). Over deze man weten we alles. We weten alleen niet meer hoe hij heet. Hij is Minister van Staat, Doctor Honoris Causa (aan de KUL), groot supporter van voetbalclub Club Brugge, maar niemand herinnert zich zijn naam. Dat is nu toch wel jammer, anders hadden we al lang een straat, een plein, waarom niet het viaduct boven de Verbrande Fabriek naar hem vernoemd. En pasassant werd hij ook nog gevraagd zoete koekjes te komen bakken in de beheerraad van Lotus-Bakeries. En nu staat er in de krant – maar waarom staat zijn naam er niet bij? Is dat een drukfout? Een erratum? – dat hij bekent heeft. Ja, inderdaad, voor die tien vergaderingen bij AB InBev krijgt hij inderdaad een jaarlijkse vergoeding van 70.000 euro en daarbovenop – een serieuze appel die een gigantische dorst kan lessen – een variabele vergoeding in de vorm van aandelenopties. En ja, als hij die nu toute-suite op dit eigenste moment zou verzilveren zou dat hem 750.000 euro opleveren. Allemaal waar, zegt hij, -echt een rotstreek dat ze zijn naam niet vermelden. Maar ja, op die mens kunt ge niet kwaad zijn, hij is ook maar een pion op het schaakbord… Bovendien zegt hij dat hij het niet om het geld doet maar om het land te redden, van de ondergang. Trouwens als ge het echt wil weten, dat geld van AB InBev zal hij allemaal besteden om er boeken mee te kopen. Maar dan geen boeken van een dichtertje van mijn kloten.