Ziezo, een mooie avond zit erop. “I Spent A Week There The Other Night” was de titel van het letterkundig programma, uiterst gesoigneerd, n.a.v. het verschijnen van het themanummer “Literatuur en engagement”. Met aandacht voor het Ene en het Vele, de Steen der Wijzen en de letterkundige betrokkenheid op de wereld. Eerlijk gezegd, had ik verwacht dat er op de planeet meer volk rondliep. Men serveerde die avond een exquise keure aan superbe auteurs. Door een even wrede als vreemde samenloop van omstandigheden kwam om het spektakel te savoureren een groep opdagen die nog meer uitgelezen was. Wie ben ik om daarover te oordelen – Dirk V., Didi de Paris of Country ‘Cow’ Joe?
De wereld mag tevreden zijn, kan weer op zijn twee oren slapen, de aanwezigen hadden overschot van gelijk. Deze planeet lijkt nog het meest van al op de Delhaize: iedereen keert er tevreden terug. En toch is die wereld een vreemd mechaniekje. Wreed schoon (soms). De stroom van gecompresseerde beelden, met logo’s gebrandmerkt, hangen in alle hoeken en gangen van de gebouwen, wordt afgebroken door Robert die het portier van zijn wagen opent en dichtgooit, om over te vloeien in een stroom van –door reclame onderbroken – gecompresseerde geluiden op de radio. Uit het dashboard sijpelt “Waiting for the End of the World” van Elvis Costello. Uit zijn debuut “My Aim Is True“. Wat hebben DdP en nog een stel wildemannen daarop gedanst, op de weide in Bilzen, in 1977, tijdens hun Summer of Hate. (D.V. en C.C.J. schamen zich diep!) Het was daar dat hij zijn onderwijzersdiploma daadwerkelijk fikte –ernstig geval van bankroet-jazz.
Robert start de wagen. Ik steek van wal: “Goed gelezen, jong. In mooie, afgemeten zinnen, perfect getimed.”
Over de Kempen. Het schijnt dat God er nog lang gebleven is. Op “Camping Nietzsche”. Of was het “Cosmos”? In elk geval in Gierle. Een open plek in het bos.
“De Kempen, Robert, dat is een goudmijn. Het hele spergebied rond Bobbejaanland.”
“Bobbejaan is hip, buddy.”
Soms lijkt een avond een week, en omgekeerd. Tijd is relatief, een accordeon… Verbrandingsoven, Sibelgaz… Ik was helemaal vergeten dat we langs het Kanaal gekomen zijn…Trek die stad toch eens strak! (Als we maar niet weer voorbij die ouwe school rijden.)… Literatuur is het oog van de storm. Er heerst perfecte onbewogenheid. Elders in de stad werd er die avond een debat gehouden over de literaire canon. Daar wou iedereen bij zijn. Het zijn de schrijvers die lezen. Zij kopen boeken. De schrijvers en hun familie. Én vrienden. Ik kan dat beamen. De wereld is mijn object-trouvé.
“Misschien moeten we een themanummer samenstellen over pretparken?”
“Robert, de Kam…Hik!… Kempen… Da’s een goudmijn, jong.”
“En we presenteren dat in Bobbejaanland.”
“Rij maar aan , Bobbejaan!” (Suid-Afrikaner geskryf vir “Hit the road, Jack.”)
En voor ëén keer zijn D.V., DdP en CCJ het roerend met elkaar eens: “Als we maar niet op die roller coaster moeten (in Bobbejaanland).”
februari 13, 2010 bij 11:06 am
Alleen de schrijvers die lezen?