DRIVING ME BACKWARDS *

maart 12, 2008

Justus ‘Gansta’ Lipsius! Met een teken van zijn gecementeerde hand regeert hij het plein. Hij wijs naar het wegdek voor hem. Alsof hij wil zeggen. Jongens, jullie hebben nog iets laten liggen. Zo staat Just in weer en wind op zijn sokkel.

Zoals pijlen afgevuurd werden op Sint Sebastiaan zo komen de Lipsiusstraat en de Leopold I-straat uit op dit pleintje. Het heeft geen naam. Of is het een blinde vlek op de kaart?

Op zoek naar meer stad, loop ik de Bondgenotenlaan af.

Is het de wind? Een konijnenpijp? Of een tunnel? Ontzettend diep? Of ontzettend traag? Ik val, tuimel, rol rechts de Van Benedenstraat in (Beroemd dierkundige – of gewoon vaak de beest uitgehangen).

Ik buitel, zweef, een zeepbel wordt het Lepelstraatje  in geblazen; gezogen.

Met zijn ver vooruitspringende huizen – Als het auto’s waren men zou ze stante pede wegslepen – is het Lepelstraatje de anarchist onder de Leuvense straten, kronkelt zich sierlijk als een slang tussen de noerstige neringdoeners van de Dietsestraat, de langste winkelwandelstraat van het land, en het grote geld van de Bondgenotenlaan. Nauwelijks halverwege wordt het middendoor gesneden door de straat genoemd naar Louis Melsensstraat (Lid van de Academie van schone Letteren – altijd leuk een voorganger collega stadsdichter te ontmoeten!).

Op de hoek zit de Pousse Café. De vroegere, legendarisch louche-sympathieke Patapouf! Joe en Germaine zijn alweer een aantal cafés verder opgeschoven. Cafés trekken sneller door het stadje dan ik dan. Ik blijf vallen en vallen en vallen.

Het Lepelstraatje is een aardworm. Elk segment gaat een eigen leven leiden. Ik blijf vallen en vallen. Net voor de laatste bocht zie ik een toren. Van de boogschutters. Dit volk onderscheidt een staande wip en een liggende wip. Boogschutters, en duivensporters, zijn de grootste anarchisten van het land.

Opnieuw sta ik in de Dieste-winkelwandel-straat, met mijn beide voeten op de grond. Het doet heel middeleeuws aan. Hier zwaaien de neringdoeners de plak. Je komt er alleen te voet door. Je moet voortdurend uitkijken voor vette handelslui die in hun carros-erie met waanzinnig veel paardenkracht over de plavuizen scheuren. Er zijn gouwdieven, struikrovers en beurzensnijders. Rabauten, tuig van de richel. En gediplomeerd krapuul. Ook wordt een mens er voor van alles en nog wat bij de lurven gevat door soldeniers van de plaatselijke krijgsheer.

Ik ben bang, in vliegende vaart loop ik voorbij “In ‘t Profijtelijk Boeksken“(voor mij een haast onmogelijke opdracht) en Den Toewip. (Zo mogelijk nog moeilijker. Het is zo depassé dat het vreselijk hip is. De boogschutters hebben er hun standplaats. En toren!) en terwijl ik de Supershitty inloop, roetsjen mijn blikken nog een laatste maal over alles wat er ligt tussen Giraffe Records Shop en de tweedehandswinkel Cyaankali.

Een roltrap tilt mij een niveau hoger. Of is het een level van een game. Ik loop voorbij lege winkelpanden. De toegang tot Kinepolis is hermetisch afgesloten. Films controleren er de geest, zaaleigenaars disciplineren de rest. Geen tijd om daar verder op in te gaan, want het is middag, tijd voor een snelle hap. Déjeuner sur l’herbe. Op de grond zitten trosjes jongeren in merkenkleding. Men bijt er volmondig in pittas snoep en dure broodjes, en slurpt cola terwijl men mobiel belt. Als ik de gang door gelopen ben sta ik weer op de Bondgenotenlaan. Ik heb een terugval gedaan. In de stad van hoeken en haken, van winkelhaken en winkelstraten.

* Vandaag jatte ik de titel van Brian Eno op ‘June 1, 1974’. Superbe elpee! Ook bekend als het ACNE-album: Kevin Aeyers, John Cale, Nico & Eno.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: