…my friend (…) brings me a book on holocaust poetry…. En zachtjes fluistert de krant mij in het oor: record aantal arrestaties op Gentse studentenbetoging tegen extreem rechts. Dát is het drama: men kan niet altijd overal tegelijk zijn. Drama is een genre dat ontstond op feesten. Er zijn veertig gasten. En minstens evenveel interessante gesprekken aan de gang. In The Man Who Fell To Earth zag ik David Bowie als alien – Hij heeft twee verschillende ogen – kijken naar een muur van televisieschermen. 78 verschillende kanalen. En Bowie, de alien, is in staat die allemaal tegelijk te volgen. Geregeld is er een vijandig overnamebod uit een ander universum. God weet waar. Ik hinkte de tijd achterna en verdween in universum Huiskamer. Overleefde op astronautenvoeding (Cola & Chips) en gecondenseerde dosissen televisie.
Eerst: 1529, die Türken vor Wien – leek op een remake van de adembenemende nazi-kleuren-film Münchhausen uit 1943, een tijd die gedomineerd werd door fantasten en waarin van alle kanten de mensheid, in navolging van de geliefde leugenbaron, de gelegenheid geboden werd een reisje te maken op een kanonskogel.
Daarna genoot ik –in my book on holocaust poetry – van een natuurdocumentaire over het bloedbad van Maagdenburg tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648), waar de protestantse bevolking door katholieke huurlingen werd uitgeroeid. Ik heb genoten, maar al vlug besloten te vluchten naar Rivers of Blood, een documentaire over het mythische 1968 toen in Engeland (in volle flower power) Enoch Powell (1912-1998)(ik verwar hem voortdurend met Walt Disney)… Edoch Enoch Powell – zoals Baden-Powell (de uitvinder van zowel de concentratiekampen als van de boy scouts) – die politiek aan de kant geschoven was (geen wonder dat die spuuglelijke vergeelde pruik Geert Wilders zich op hem baseert)… Afijn, Flower Powell die wou zich toen nog eens goed in de kijker werken door het land duchtig door elkaar te schudden met zijn Rivers of Blood-speech. Hij had het over identiteitsverlies. Een sterk staaltje hiervan zag men onmiddellijk na zijn redevoering toen in dat magische liefdesjaar 1968, linkse arbeiders spontaan in staking gingen om hun steun te betuigen aan de oerconservatief Powell. Hij had een gevoelige snaar geraakt. Ook bij mij. Misschien was het de invloed van de Cola en de chips. In het schijnsel van de televisie besefte ik plots in een kort en epifaan moment hoe na de kolonisatie aan het thuisfront definitief een aanvang genomen werd met de kolonisatie van de hoofden.
Opmerking:
Ook deze titel , net zoals de passus “my friend (…) brings me a book on holocaust poetry” uit We Call Upon The Author” is gestolen uit dat jongste, en fantastische album van Nick Cave, “Dig, Lazarus, dig!!!!!’ Het album zit in een luxueuse box. Er zit een schamel ceedeetje bij. Het tekstboekje heeft alle looks van een fraaie poëziebundel. Popsongs zijn als adelijke titels: je mag ze niet stelen!