“Het regent, ik ben niet erg uitgeslapen, ik ben zenuwachtig voor mijn optreden vanavond, dacht Joe, “blut & blue, vandaag heb ik eigenlijk geen tijd om te schrijven, het is geen tijd om over te schrijven. En ik weet niet eens in welke taal. Ach, en ik had nog moeten schrijven dat die Vlaamse gaai, waar ik het gisteren over had in “PRO BELGICA”, daar had ik nog moeten over zeggen dat in Wallonië die vogel gewoon omschreven wordt als eikengaai. Maar ja, hoe gaat dat ? Men moet zijn woorden wikken en wegen. Eerst zorgvuldig tellen hoeveel eiken er exact staan langs beide kanten van de Lego™-linguïstische constructie de Taalgrens. De eiken ijken. Nagaan of er geen eiken juist op de taalgrens staan. Hoeveel zijn er ontworteld? Wie is van hout? Wie heefte en houten kop? Hoeveel takken hebben de eiken? Hoeveel wortelen? Waarvan hebben ze er het meest? En hoeveel eiken staan er in het Duits Gewest? Hoeveel bomen spreken Arabisch met elkaar? Spreken ze geen Berbers? En kunnen we dat wel hebben? Geen volkstelling, maar een eiken-telling heeft dit land nodig! Bomen praten wel degelijk met elkaar. Is onlangs aangetoond. In een wetenschappelijk boek. Kan iemand mij daar meer over vertellen? De andere lezertjes en lezerresjes uitleggen hoe dat juist gaat? Naar het schijnt communiceren bomen via chemische stoffen die ze afscheiden. Praten door afscheiding – moet je hier niet te luid roepen, hoor. Misschien moeten we alle bewoners van de Tricolore Gevarendriehoek inspuiten met een aantal chemische stoffen? Stoffen die de communicatie bevorderen. Waarheidsserum? Of hangt het in de lucht? Of kieperen we het in het drinkwater? Als er een boom bedreigd wordt -bvb. door houtworm – dan scheiden de anderen, die er rond staan, een stof af waardoor de bomen die nog verder afstaan weten welke tegengiffen ze moeten aan maken om de houtwormen – Waalse of Duitse of Vlaamse- dat is mij nog niet helemaal duidelijk – te verdrijven. Na de de Val van de Berlijnse Muur, had men behoefte aan de taalgrens. Zou men niet beter meteen zelf de talen ommuren? Geen enkele taal wordt hier correct gesproken. En zeker niet door mij. Laat staan geschreven! Elke taal is een gat in de muur die tussen mensen staat. Een schietgat. Geen vreten, of geld uit de muur, maar lullen uit de muur. De tegenspraak is onze moedertaal. Een gat in de muur waardoor men de ander toeschreeuwt. Eén blik op de landkaart en Joe zijn blik viel op één plaatsje op de landkaart dat mogelijk in aanmerking komt als hoofdstad van de nieuwe heilsstaat: Boom. Alle dagen Boom bal. De Boom-Boom! Boem-boem! Njam-njam! Gloe-gloe! Boem-boem! Waar een klein land groot in kan zijn. Something is rotten in the State of Hate. And the rest is silence.
Archive for september, 2007
APPENDIX -BOOM: DE NIEUWE HOOFDSTAD!
september 29, 2007PRO BELGICA! (THE SAVAGE REPUBLIC)
september 28, 2007( Beeld: “bitchesbrew:witchesbrew” door Annick Castro)
Men is niet meer zo racistisch als toen Country ‘Cow’ Joe nog een kleine jongen was. Vandaag is alles nog slechts een kwestie van cultuur. Niemand wordt nog -buiten enkele zwaar geretardeerde gebieden, zoals Jena, en de rest van de Verenigde Staten van Amerika – getaxeerd op basis van zijn huid.
Bij Joe thuis was men tolerant tegenover negers. Jonge Congolese mannen struinden door de straten van de universiteitsstad. Het stadje leek getroffen door een tornado – Wizard of Oz? – weggeslingerd uit “Alice in Wonderland”: hoe groter Joe werd, hoe kleiner het stadje. Met het land was het net zo.
Terwijl Joes blikken het land in alle panoramiteit streelden, begreep hij dat deze trotse natie een nieuw symbool nodig heeft. Geen Waalse Haan. My little red rooster is en blijft de favoriete sountrack bij al zijn paringsdansen. Toch heeft de haan al veel van zijn pluimen verloren en –hoe vaak ook hij nog zal kraaien – in dit reumatische tijdsgewricht van periodiek weerkerende vogelpest is het beestje niet echt een optie. Nog minder dienstvaardig kan in deze context ons zijn de Vlaamse Leeuw. Trouwens, wisten zijn boskakkende volkseigen vendelzwaaiende landgenoten eigenlijk wel dat die leeuw niets anders een souveniertje was, iets dat gejat werd tijdens de moorddadige stroop-Kruistochten? Als hij in het land al eens een leeuw gezien had, dan wel in Waterloo!
Dit land, qua grootte en populatie slechts door specialisten te onderscheiden van de Rots van Gibraltar, heeft een nieuw symbool nodig: de vlaamse gaai. Op elk gazonnetje een plaasteren vlaamse gaai…. Hebban olla vogolas…. Ze bouwen er hun geraffineerde Ikea-konijnenkoten. Als versterkte burchten. Blinde muren van beton met enkel elektronisch te openen poorten – de ophaalbrug. Geen ramen, geen voordeuren. Camera’s…
Men hoeft geen groot ornitholoog te zijn om te zien dat de kenmerken van dit vogeltje wonderwel overeen komen met deze van het landje: hij praat iedereen naar de mond, feilloos imiteert hij de anderen, spreekt hij uit zichzelf dan brengt hij alleen maar rauwe klanken voort. Voortdurend zet deze bastaardneef van de windhaan zijn huig naar de wind. Hij is onbetwistbaar meertalig, een snoeshaan, en zal ons geen windeieren leggen!
Het is best mogelijk dat men langs één kant van de Lego™-linguïstische constructie die men makkelijkheidshalve omsachrijft als De Taalgrens, niet echt gediend is van het additief waarmee dit schepsel gods noodgedwongen door de natuur vliegt. De overburen daarentegen zullen inzien dat dit beestje stukken volkseigener is dan die Arabische Leeuw. Het zou Joe niet verbazen als men op een dag, bij wijze van Belgisch compromis, het “vlaamse” gewoon laat vallen en de vogel kortwiekt (tot blinde vink). Immers, sedert mensenheugenis is in deze gewesten het gaaischieten een populaire bezigheid!
Vintage Halloween (Aflev. 7 van de middeleeuwse cyber-soap CLEYN EXENBOEKSKE)
september 26, 2007(Beeld: “Mevrouw Leemans is dead copy” van Bert Lezy)
Imagine there’s no heaven.
Joe werd bezocht door stemmen. Hoort hij Margeretha? Of is het Jeanne d’Arc in die film van Dreyer? Alle stemmen zeggen hetzelfde. Er is een feest aan de gang. Men kan het niet vatten. Het is er en het is er niet. Het hangt ons boven het hoofd. Het is zomer maar het hangt in de bomen. Houden zich als een teek, of als kastanjes, of in de platanen, de hele zomer verscholen in de bomen om zich dan, vroeg of laat, plots te laten vallen. Of is het een UFO? En dat is de laatste paar duizenden jaren niet anders geweest. Het hangt in de lucht. Als fijne stofdeeltjes. Miezerds. Permanente vintage halloween…
Joe werd door de gedachte getroffen, als door een bliksem, dat het niet, zoals hij in al zijn onnozelheid jarenlang gedacht heeft, het maatschappelijk bestel dat men –Don Quixote! – bevechten moet, maar dat het hemel en aarde zijn die men moet vervloeken, omwille van de grote cosmische onrechtvaardigheid. Om de simpele reden dat we -zwaard van Damocles – voortdurend loslopend wild zijn -Bambi gespikkeld als een kabouterpaddenstoel, ligt in een zee van rossige bladeren in kaal bos – en nog honderdduizend keer meer omdat we zo kwetsbaar zijn in de Ander…Kleuren, beelden. Alles loopt dooreen… Lake of colours, lake of tears… You may say I’m a dreamer -Een lied sterft weg in de keel van een jukebox – But I’m not the only one –
KIND ONDER KANNIBALEN
september 25, 2007Ergens diep in de kolenmijnzwarte jaren ’50 stond Joe voor het eerst oog in oog met een neger. Vier negers in één klap. Vier ventjes van papier. Op een briefje van 500 BEF. Wat was de boodschap? Négers? Dáár valt geld mee te verdienen! Zeg nu nog dat die gasten niks waard zijn. Hoeveel zou dat waar geweest zijn in die tijd? Zouden vier blanken dat ook gehaald hebben de ronde som van 500 Belgische Frank, de BEF – een mondvol. Scabreuze mundeenheid, die ik heimelijk heel mijn leven lang blijf hanteren, dacht Joe, in alle beslagen valsemunterigheid. Het is een eeuwigheid geleden dat hij aan de hand van zijn mama in dat luizige, schamele postkantoortje langs de landerige nog tijdens leven zelve verzande Steenweg stond, mama tevergeefs propeerde geld te storten, met papa zijn identiteitskaart, maar dat het – Helaas, mevrouwtje – dames tot nadere orde vooralsnog niet toegestaan was een eigen rekening te openen. Negers waarschijnlijk ook niet–ook al waren ze zo mooi als op de waaier bankbiljetten in mama’s handen.
Het zou nog een grotere eeuwigheid duren vooraleer Joe er achter kwam het 500 BEF negro kwartet een detail was van een schilderij van P.P. Rubens genaamd “Vier negerkoppen”.
Details van een schilderij van P.P. Rubens genaamd “4 negerkoppen”. Dit was de achterzijde. Vlamingen en negers. Op de voorzijde, in het Frans opgesteld, prijkte Leopold II. Joe wreef zich eens in de ogen. Had nog een fractie van een seconde gedacht dat het wild-west wanted: death of alive affiche geweest was, zoals in Amerika, het land van Buffalo Bill en de de Indianen, er op dagdagelijke consumptiegoederen foto’s van vermiste kinderen prijkten, en op de sigearetten pakjes foto’s van afschuwelijke gezwerllen… Misschien maakte Joe zich wel zorgen om niks, misschien was dit de normale gang van zaken, misschien circuleerden er in één van de buurlanden wel een bankbriefje met op de voorzijde een dictator, en op de achterkant, de B-side, details uit het schilderij “4 Üntermenschen”.
Aflev. 6
september 24, 2007“Le miroir des âmes simples et anéanties” is hypnotiserend, bezwerend en betoverend. Een thema wordt aangeraakt, en dan volgen variaties op dat thema. Vaak zijn de verschillen tussen de paragrafen slechts minimaal. Het valt nog het best te vergelijken met Raymond Queneaus “Exercices de style“. Voor men er erg in heeft is men – hooked on the book – in de ban van…
Aan de lopende band genereert het boek beelden. Het is een kaartenhuisje voor de ziel, tarot voor het verstand. Dit prentenkabinet voor de ziel, deze pinacoteek is een life-stream, vergelijkbaar met de hellevaart van Dante D’Allighieri. Het is een psychelische paternoster, cinema avant-la-lettre, een zoöotroop. Een spiegelpaleis. Een groene toren van duizend spiegels. Geen enkel beeld is eenduidig interpreteerbaar.
De taal is uiterst genuanceerd. Dit enigmatische boek is een utopische constructie. De hoofdpersonages dragen namen als Liefde, Ziel en Rede.
Hemeltje, hoe vertaalt mijn teletijdmachine dit, vroeg Joe zich af. The Good, The Bad, The Ugly? Net zoals diegenen die indertijd moesten oordelen over leven en dood van de auteur van dit boek, had hij slechts enkele fragmenten van het gewraakte boek onder ogen gekregen. De tekst heeft het repetitieve van blues. Robert Johnsons “Me and The Devil Blues“.
Misschien moet het gelezen worden als een zinnebeeld voor het leven als de oversteek van een overweldigend brede rivier. Zelfs voor wie elke dag over het water uitkijkt is de aanblik nooit dezelfde. Margaretha haar ziel was White Light/White Heat, het boek vergelijkbaar met de droommachine van Brion Gysin.
ET MOI JE VEUX NAGER
september 23, 2007Blauwer dan azuur was de hemel – Een polaroid. Populieren ruisden zacht. De grasvelden zonovergoten tooiden zich met madeliefjes. Het zwembad had zich gevuld met mensen. Gejoel steeg op in de open lucht. Joe zijn oog viel op dat ene jongetje. Ja, hij had het goed gezien. De mensenzee splijtte zich. Een jongetje dook op, bruiner dan de felste Nivea-reclame. Het jongetje was – Je gelooft je ogen niet – dit jongetjes zwarter als Modriaantje of Sint zijn Piet. Gaf het licht af in het donker? Dit negerventje even oud als Joe, glom, zoals het Negertje op de toog Bij Dikke Anna.
Leefde dit? Was het een pop? Het kon onmogelijk een echt kindje zijn. Een pop die hier ooit achtergelaten was. Iedereen was gevlucht voor plots opstekend onweder. Men had het achter geaten. Op het strand. Langs de rand van het zwembad. Of in Pompeï. In zijn verlatenheid was de pop uit puur verdriet tot leven gekomen. Wellicht was het een rubberen mannetje. Of Pinokkio. Of het mannetje van MichelinÔ ? Iets had het leven in geblazen? Het briesje in de populieren? Dit wezentje was opgebouwd uit hetzelfde materiaal als dat rare poppetje dat Joe thuis had: Martin de Champetter. Armpjes en beentjes plooibaar in alle denkbare richtingen. Zo bleven ze dan staan. Rubber. De huid glom als Flipper. Boven de het zwembad was de hemel cinema-blauw.
Achteraf bleek het niet zo erg geweest te zijn als wanneer je bij voorbeeld oog in oog zou gestaan hebben met de krokodil uit Kuifje in Congo… Dit was dus het soort gasten waar Joe, samen met Nicole – ze had de naam van een fleurig boekket, maar een hemeltergend spraakgebrek: ze sprak Gents, plat Gents! – bij de Zustertkes in de Bewaarschool – Notre-Dames-des-Fleurs – zilverpapier moesten voor verzamelen. Dit waren de rechtmatige eigenaars van de Olifant van Côte d’Or. Joe, voor geen kleintje vervaard, waadde op het jongetje toe. Kroeshaar, gaaf gebit en een glimlach in Panavision. Aarzelend, als betrof het eerste contact met buitenaards leven, raakte Joe zijn wijsvinger de jongen aan. Zijn hand wreef over de huid die glom in de zon. Het was geen gouache. Het was niet afwasbaar. Eindelijk wist Joe wat hij later worden wou: een neger.
IN SCHRIL CONTRAST MET DE TOUR DE FRANCE: FIETSEN IS GEZOND
september 22, 2007Stakers zetten productie in Duitse fietsenfabriek in zelfbeheer voort
De 135 werknemers van de fietsenfabriek Bike Systems GmbH in het Duitse Nordhausen die de fabriek sinds 10 juli bezetten, hebben besloten de productie in zelfbeheer voor te zetten. Om dit doel te kunnen bereiken dienen ze voor 2 oktober a.s 1800 bestellingen in de wacht te slepen. de groep werkt nauw samen met de Duitse anarchosyndicalistische vakbond FAU. Al meer dan twee maanden houden de werknemers van de fietsenfabriek hun fabriek in een drieploegendienst bezet om te voorkomen dat de zaak wordt verkocht en ontmanteld. Op 10 augustus is het faillissement uitgesproken. Daarvoor was de fabriek al deels leeggehaald. De werknemers ontvangen een werkloosheidsuitkering en hopen op een nieuw concept en een nieuwe investeerder
Gedurende de bezetting en door toedoen van verschillende discussies tijdens bezoek van sympathiserende groepen ontwikkelde zich bij de werknemers het idee om de productie voor korte tijd in zelfbeheer voort te zetten. Behalve om de tijd te overbruggen tot een nieuwe investeerder zou zijn gevonden en te voorkomen dat de laatste machines ook zouden worden verwijderd, won het idee om ‘Strike-Bikes (‘Staakfietsen’) te maken steeds meer veld bij de betrokkenen.
Het plan heeft kans van slagen indien er op korte termijn voor 1800 fietsen bestellingen binnenkomen. Een fiets kost je 275 euro!
De plannen worden gesteund door de Freie Arbeiter Union (FAU) die speciaal voor dit doel een website in het leven heeft geroepen, genaamd www.strike-bike.de en de publiciteit rond het voornemen verzorgt.
Meer informatie (in het Duits),over de achtergronden van de strijd rond de fabriek vind je hier.
Voor contact en orders kun je hier terecht:http://www.labournet.de/branchen/sonstige/fahrzeug/strikebike.pdf
»Bikes in Nordhausen e.V.«
c/o. André Kegel,
Bruno-Kunze-Str. 39 – 99734 Nordhausen
Telefon: 03631 – 622 124 and 03631 – 403 591
Fax: 03631 – 622 170
eMail: fahrradwerk@gmx.de
Laat het niet na dit bericht door te sturen naar mogelijke geïnteresseerden. Er zijn al reacties van enkele mensen die luidop nadenken om een ‘grote bestelling’ te plaatsen, alleen moet het hoe, wat en waar nog worden afgesproken.
Momenteel is het dus nog te vroeg om iets te garanderen, maar wie overweegt een fiets te bestellen, mag altijd even een seintje geven filip.vandenberghe@mobistarmail.be
AF-CLEYN-LEVER-5-EXEN-ING-BOEKSKE
september 22, 2007Sad Soap. Scenario: omgekieperd LetterBakkes…
Het slot viel dicht. (Zoals te horen valt in de intro van ‘Simpathy for the Devil’ van The Rolling Stones.)
Het moet in de laatste maanden van 1308 geweest zijn. Margareta Porete werd gevangen genomen en opgesloten te Parijs. Dat blijkt uit de procesakten van 3 april 1310.
We mogen aannemen dat ze na elke veroordeling, door wanhoop gedreven, er frenetiek aan bij geschreven heeft. Hoe gaat dat? Schrijvers zijn halve gekken, blind voor de gevaren in de wereld.
Wat heeft ze daar in die kerker gedacht? Hoe fel werd ze ondersteund door haar overtuiging? Was ze koppig? Hoe viel het licht? Hoeveel kracht kan men putten uit een overtuiging? Had ze medegevangenen? Hoe reageerden haar bewakers? Waren het mannen of vrouwen? Lag er stro op de grond? Was het koud? Zaten er ratten?
Klappertanden. Is het lente? Of herfst? Blote voeten op de vloer. Margaretha gaat op de tippen van haar tenen staan. warmt zich aan een zonnestraal, draait langzaam om haar as, wentelt zich in het licht. Gouden druppels druipen van haar af. Alsof de wereld plots trager draait. Margaretha betaalt de tol; geloofde in het woord. Van in den beginne was er immers niets anders geweest. Een rilling golft over haar ruggegraat. Margaretha doet haar best. Dit alles is slechts een accident de parcours. Een Porete gelooft rotsvast. Margaretha moet en zal en wil haar belagers overreden. Want, wist Margarehta- Gedachten hou je niet achter tralies. Ze hijgde. Margaretha richtte de ogen ten hemel en wist dat dit alles slechts beruste op een gigantisch hemeltergend misverstand.
De kerkelijke autoriteiten lieten zich niet op andere gedachten brengen.
WHO’S MINDING THE STORE?
september 21, 2007Bij Dikke Anna op de toog stond een plaasteren negertje.
Als Joe en Oma uit winkelen gingen nam dat een serieuze hap uit de dag. Er moest heel wat verteld worden. Nu en dan, als Joe echt onuitstaanbaar werd, gooiden de vrouwen hem een muntje toe. Een geval van actieve corruptie dat hem onmetelijke tijd later nog opzadelen zou met de gedachte dat hij een jukebox was, a coin-operated boy.
Terug in die dagen… Van zodra Joe een geldstukje bemachtigd had, ging hij voor het plaasteren beeldje op de tippen van zijn tenen staan. En vraag nu niet hoe dat juist in zijn werk ging, maar zodra het muntje in de gleuf verdween sloeg het plaasteren ventje, zwart als pek, in dankbaarheid meer dan uitvoerig, aan het knikken.
Bij Dikke Anna kreeg Joe altijd “negerinnetettekes” – Om op te eten.
CLEYN EXENBOEKSKE (Middeleeuwse soap) – afl.4
september 20, 2007Een boek schrijven, zoals Margareta Porete gedaan heeft, dacht Joe, je moet er eerder gek voor zijn dan een heks. In vele gevallen moet het schrijven van een boek bestempeld worden als een heksentoer.
We kunnen niet met zekerheid zeggen wanneer de uiteindelijke versie ervan tot stand kwam. Vermoedelijk tussen 1280 en 1290. Het boek had het in elk geval stukken makkelijker dan de modale auteur vandaag. In haar tijd waren er geen recensenten, geen dagbladen, geen boekenbeurzen, geen persconcentraties, geen aandeelhouders, geen markt. Er was alleen censuur en repressie.
In “Le miroir des âmes simples et anéanties” propagandeerde Porete een radicale mystiek waarmee kwam ze in conflict met de kerkelijke autoriteiten.
De Middelfranse en Middelengelse tekst, de Italiaanse vertaling en het Latijnse manuscript van “Le miroir des âmes simples et anéanties” – Het is een kluwen. De vertalingen zijn verwarrend. En dan is de Nederlandse tekst nog niet eens komen boven drijven! Verzonekn in de maalstroom van de geschiedenis. Wat rest is een palimpsest. Taalrestanten op afgeschraapte ezelsvellen. Perkament. Ook was de oorspronkelijk tekst gelardeerd met Doorniks dialect. Mogelijk stoorde men zich meer aan de stijl dan aan de inhoud. Het was taalstrijd. Religieuze kwesties ter sprake brengen in de volkstaal, dat gaf geen pas. Zuivering door het vuur drong zich op.
Men huurde copiïsten in die het boek moesten overschrijven. Hierbij werden veel fouten maakten, voornamelijk in de eigennamen. Men leest Margaretha, Margareta of Marguerite. Men heeft het over Porète en over Porete. Men schrijft “miroir” of “mirouer”.
Wie vergitigde de bronnen?