Archive for 28 maart 2007

de reis, het einde, de nacht

maart 28, 2007

colder-heat-2.jpg

In de bomen hangt in dichte drommen de weemoed, veelkleurig – lampionnen. Sommigen ontvouwen zich tot sierlijke bloemen. Magnolia. Een schoonheid die elk jaar terugkeert. Om slechts tien dagen stand te houden. Tintelende pixels. Alleen een ferme hand kan dit beschrijven… Op haar fijne handen lagen aders dik. In het theater is alles mogelijk… Liefde is als bloemen. Totnogtoe had Country ‘Cow’ Joe drie lievelingsauteurs: Hergé, Louis-Ferdinand Céline en Sade. De eerste uit zijn vroegste kindertijd, de laatste bleek een jeugdzonde. Daarover een andere keer meer. Over Céline las hij in een blaadje. Obscuur. Prachtig vormgegeven, met niets anders dan met tonnen creativiteit. Een explosieve cocktail van politieke en artistieke subversie. Een themanummer over intellectuelen en hun foute politieke keuze. Drieu la Rochelle, Brasillach en Céline. En hoe, wij, de linksen, dat uit de poten van de fascisten konden slaan en deze literatuur hanteren als een machtig wapen. Jeugd gefascineerd door de schoonheid van de gifslang. En over de maatschappij weven wij een lijkwade van woorden!

Decennia later was de brand in zijn brein nog niet onder controle. Nog elke dag knetterde het. OK, het was een auteur waar ieder weldenkend mens zich dient voor te schamen. Ongerijmd, dat men zo een fout auteur fêteerde! Maar de stijl, was het vuur aan de goden ontstolen.

Joe zocht en kocht het boek. Het las als, een paternoster van het kwade. Op de hoes het zwarte silhouette van een half opgevreten gezicht tegen een violette achtergrond. Mogelijk was het een eerste vertaling. Van Emanuel Y. Kummer. Uit 1968. Elke zin van de roman was een geladen revolver, gericht tussen de ogen van de lezer. Ook de beats waren zot van deze mallejan. Terwijl alom uit kieren en spleten “No more heroes anymore” klonk, verdiepte Joe zich in leven en werken van Céline. Een tête-à-tête onder de guillotine. Het made-liefje op het kerkhof, de malafide maloot en zijn hondsdolle bezwerende stijl. Het werd een blijvende bron van inspiratie. Alle andere boeken van de auteur passeerden de revue. De sublieme vertalingen door Frans van Woerden. Het hoogtepunt was de 1988 uitgave met honderden tekeningen van Tardi. Joe vroeg zich af of jonge mensen van vandaag, die kinderlijke gezichtjes om hem heen, dat ook hadden. Impulsen. Films, schilderijen, albums, theatervoorstellingen die hen voor eens en voor altijd tekenden. Onherstekbare beschadigingen aan het zenuwstelsel…

Joe wachtte aan de ingang van de theaterzaal. Veel te vroeg. Fan zijn is een ernstige vorm van gekte. En dan kwam er een dame aan, van middelbare leeftijd. En dan plots kwam het jonge volkje er aan – zwermen rare vogels. Het stemde Joe tevreden. Alhoewel. Ze zagen er saai uit. Hun kleding. Hun houding. Dodelijk normaal. De meisjes ontgoochelden hem. Joe kon zich niet van de indruk ontdoen dat hij beland was temidden van een kolonie Bambietjes. Zijn oog viel op… Die daar… de uitzondering die de regel moest bevestigen…

Theater is magie. De mooiste vrouw nam plaats naast hem. Joe mat zich de houding van een hagedis aan. Koudbloedig. Loung lizzard. Concentreerde zich op het podium… De avonturen van Bardamu…. Op het slachtveld. In de mist. Daarna met Lola in het militaire hospitaal. Op de boot. Dan de Afrika-scènes. Bij de baas van de koloniale compagnie. De afgelegen handelspost. Malaria. Kinine. Omhooggetild (La Fura dels Baus). New York: Lola en Molly. Detroit -Ford. Terug in Frankrijk is hij dokter. In de voorstad. Die groeit en bloeit. Nog zijn de banlieus een kruitvat. Bardamu komt in contact met de Henrouilles. Laat zich verleiden, raakt betrokken bij een mislukte moordaanslag op de oma. Met haar en Robinson trekt naar een bedevaartsoord…

Come on youg woman share your fire with me. My lips are cold. My soul is free.” Onlangs hoorde Joe het nummer, oorspronkelijk van Lee Hazelwood en Nancy Sinatra, brengen door Mark Lanegan en Isobell Campbell. Onsterfelijk gemaakt – Een lift suist de mijnschacht in. Was het nu ’60, ’70 of ’80? – door Einstürzende Neubauten medio jaren ’80.

Niet goed weergegeven? Dit stuk houdt zich helemaal niet aan de tekst. Die is herleid tot het absolute minimum. En nóg berensterk! Het geheel moet het hebben van prachtig acteerwerk en een aantal zeer sterke beelden: de scène op het schip naar Afrika. De kippenscene doet denken aan Pane y Chicolata. Hongerfantasie. De kapitein komt het beklag van de rest van de passagiers overbrengen. Machtige scene. Eveneens de jungle optil-scène en de mysterieuze eindscène. Het begin in duisternis. Gehuld. doet zeer David Lynch aan. Ook de slotscène. Onbegrijpelijk. En de bindingsfiguur, de mysterieuse boef, Robinson, die het hele verhaal door opduikt, nu eens als een kwelduivel, dan weer als redder. De zwijgende Christus van bij Dostojewski? Komt hij hier voldoende uit de verf? En de seks? Duikt bij Céline altijd op als zoethoudertje. Paardenmiddel tegen een ondraaglijk bestaan. Even mechanistisch als bij Sade en Bataille. Misschien werd dat in deze voorstelling te liefelijk voorgesteld?

Terwijl hij in het donker van de theaterzaal haar knie tegen de zijne voelde drukken, voelde hij angst opkomen. Hij was bang haar nog eens tegen het frêle lijf te lopen. Hij kon geen gezichten onthouden. Het had alles te maken met een knauw in een wiskundige formule in zijn hoofd: met “Eigenfacen.”

Céline had de prachtige zinsbouw van de Académie Francaise laten exploderen, zoals nu deze jonge belhamels zijn zinnen lieten exploderen in De tekst uit elkaar gehaald. Tot sterk acteerwerk en enkele onuitwisbare beelden. Als de hoofdpersoon bij de directeur van de Afrika-compagnie solliciteert. Dit is de essentie van het theater: spreken via een spreekbuis vanuit een dierenhoofd.

Ergens vooraan in de jaren ’80 ging Joe in Meudon opzoek naar het huis van Louis-Ferdinad Céline. Met Principessa. Of met de moeder van het meisje dat naast hem had gezeten in het theater.