The Wild Bunch

maart 13, 2007

image2.gif

Om het even waar. Plaats de vinger. Of gooi een pijltje. Geen Indianen, maar darts. Eén van de weinige sporten die bij Joe nog kon rekenen op clementie. De tekening is een klok (zonder cijfers). Altijd verder, altijd prijs – Russische roulette… Opschudding in de salon… Of was het een decor? Een schilderij van een oude meester? Een blow-up op een gigantisch doek? Of was het de grote tekening aan het begin van “Kuifje in Tibet”? Het album verscheen in 1960, de strip ademde nog volop de fifties uit.

Over Bobby raakt Country ‘Cow’ Joe niet uitgepraat. Met die fox terriër was het zoals met de knecht van Zorro. Geen woord miste die. Bevond de hond zich met zijn baas, houterig als Pinokkio, of als een zoon uit een doorsnee koningshuis, in gezelschap van derden, dan hield het beest zijn muil. Onder vier ogen met Kuif ontstegen de trouwe viervoeter meer tekstballonnetjes dan bubbels uit een glas Perrier™.

Joe zag zich weer op de tippen van zijn tenen staan. Het moet 1961 geweest zijn toen de donker geverniste keukendeur met het vensterglas erin, open ging en vader de immens grote keuken binnenstapte. Wielrenner Papa ritste zijn vaalgroene training open en toverde iets wolligs tevoorschijn. Het lag in de palm van de grote slagershand. Met twee handen hield Joe zich vast aan de grote slagershand. In de palm lag een bolletje wol waarvan Joe begreep dat het nog diezelfde lente uitgroeien zou tot een hondje…

Waren de vier vrolijke vrienden door een muur van papier gesprongen? In een tekening gedoken? Was het een set? Had men Kuifje naar de echte wereld gekatapulteerd? Of waren de vier in een strip gevallen? Joe gebood de manschappen zich aan te passen aan de kalmte van het tafereel… Sommigen dronken koffie, anderen thee. Men rookte een sigaartje, nipte van zijn thee, of proefde van cognac. Men speelde meer gezelschapsspellen dan op een schilderij van Breugel. Men wacht af, dood de tijd. Breien, puzzelen, lezen, kaarten. Een hand schrijft een brief, of een ansicht. Pen en inktpot… Welk soort ruimte is dit? Een ziekenhuis? Een hotel? Een wachtkamer? Grote heldere ramen verdeelden het licht tot in de kleinste hoekjes. Buiten tekenden bergen zich gitzwart af tegen de horizon… Er is geen verband tussen tijd en ruimte. Achter alle peins en vree huist de gespannen verwachting vlak voor de aanvang van de tweede en beslissende ronde van een openbare verkoop. Iedereen ziet iedereen als potentiële concurrent. De blikken priemen naar de vier vrolijke vrienden. Koopt dat tuig nu ook al huizen? Hoe komen die aan geld? Sommigen kunnen ruiken welke muziek je beluisterd heb. Ze taxeerden de vier, fronsten het voorhoofd. Quasi onmiddellijk achterhaalden ze de buit van de week: Grinderman, Absynthe Mind, Dez Mona… En dan klonk op uit de sanseveria – het kan ook de rubberplant geweest zijn – “I Got The No Pussy Blues, The No Pussy Blues“.

Zelden bracht niezen zoveel chaos teweeg als toen. Onmiddellijk werd het tafereel verdeeld in drie driehoeken. Een rechte driehoek links en één rechts. In het midden staat een gelijkbenige zijdige driehoek op zijn kop. Hierin bevond zich de drievuldigheid Kapitein, Kuifje en hond. De underdog geeft het geheel iets van het Lam Gods. Country ‘Cow’ Joe niesde het schaakbord om. De stukken vlogen in het rond. De oude zeekapitein, scheldende dronkelap, zocht bescherming. Zijn pijp viel uit zijn bek. De ravage was niet om aan te zien.

De vier vrolijke vrienden verlieten het pand. Weer was de vijver van de lokale huizenmarkt glad. De notaris, de huisjesmelkers en alle andere ander notabelen haalden opgelucht adem. Joe keek naar het zwerk boven Stadt™Ville©City®. Hij dacht: “Sinds de Big Bang wordt er alleen maar tijd verknald.”

2 Reacties to “The Wild Bunch”

  1. stellabystarlight Says:

    Gij hebt een goede reuk, Oom Didi, een zéér goede reuk…

  2. De Nachtwachter Says:

    ’t Ja, honden ruiken nu éénmaal beter dan katten!


Geef een reactie op De Nachtwachter Reactie annuleren