Archive for 22 december 2006

Music for Life

december 22, 2006

muerte2-2.jpg

(Dia de los Muertos, Annick Castro)

Dertien blijft een ongeluksgetal. Recentelijk voegde Brussels Airlines onder druk van hun internationaal klantenbestand een bolletje toe aan hun hagelnieuwe, poepdure logo. Oorspronkelijk waren het er dertien. Evenveel nummers bevat “Cake or Death”, het nieuwe, en laatste album van Lee Hazelwood.  Het komt nooit meer goed. De dokters voorzien op zeer korte termijn een snel intredende terminaliteit. Normaal is zoiets een goudmijn. Niet echt voor de betrokkene. Vandaag zocht ik in het holst van de kerstkoopjesperiode –het voorgeborgte van de hel – tevergeefs CD’s van de net overleden Robert Long. Ik twijfel er niet aan dat de amusementsindustrie een onderdeel is van de begrafenissector. Jimi Hendrickx, Janis Joplin, Jim Morrison… In sommige gevallen, zoals bij Sid Vicious bvb., is de betrokkenheid ronduit misdadig. Ik daarentegen heb een diep respect voor blijvers. Met duivels plezier kocht ik vorige week ‘Last Man Standing’ van Jerry Lee Lewis. 72 en nog rocken als de beesten ook. Stones, B.B. King, Ringo Starr, Little Richard., etc. werkten eraan mee, 50 jaar rockgeschiedenis. Het album houdt het midden tussen een rock’n’roll bejaardentehuis en een olifantenkerkhof voor multimiljonairs. Soit.  The Killer blijft een shooting star, nog meer sinds ik ‘Don’t Fuck With The Lewises’ zag, een soort Pfaffs, maar met ballen – Schurken zoals ze ze niet meer maken. Rock’n’roll is altijd een beetje sterven. Er zit altijd een geurtje aan. Herman Brood zaliger drukte de wens uit dat zijn lijk zou worden geflambeerd. En in de lente keek ik zelf niet echt fris meer uit mijn ogen toen ik poseerde bij het graf van Gainsbourg – Serge zou trots op me geweest zijn! Soms bezorgt muziek mij een stevige dosis angst. In 2006 was “The Drift“van Scott Walker mijn grote geliefde zwarte bui.  Geen nood. “Fear is A Man’s Best Friend“, blijft een van mijn lievelingen. Donker trekt me aan zoals nachtdieren afkomen op licht.  Ook betreur ik het heengaan, deze zomer, van de componist Gÿorgy Ligeti. Rock’n’roll is alle dagen feest, en 365 keer per jaar Allerheiligen. Dance macabre, happy funeral. Rock is een van de weinige dingen die een leven nog wat richting geven. Idolen zijn mensen waarmee men opgroeit en ouder wordt. In mijn geval is dat iemand als Nick Cave. De duivelse rocksterren levert vandaag de bewaarengelen af… Voorlopig blijft de ravage beperkt.  Met mij is het stukken minder erg gesteld dan met Lee Hazelwood.  Tot zijn laatste snik blijft de gast goed bij stem. De arrangementen zijn bedwelmend. Het is de perfecte muziek om bij in te slapen.

Playground

december 22, 2006

courbet_sm.jpg

Ver weg, als een baken, in de cementen zee van grijze vierkanten, die de speelplaats was, stond een linde. Gepolijst of poreus was de matgrijze vlakte. Glanzend als Lego. In de regen… Een oogopslag volstond om te weten dat het nooit voorbij zou gaan. Altijd lag alles er rimpelloos bij.Een zwembad wachtend op volk. Een waterspiegel, gladgeschoren in de ochtend, die na schuchter van dauw rillen, uitmonden moet in een zonovergoten dag.Blijf niet te lang in het water! Ondergedompeld verliest men schijnbaar evenveel gewicht als de verplaatste hoeveelheid vloeistof. Je kan nooit twee keer in hetzelfde water afdalen. Het stroomt de berg nooit op. Je zal altijd tevreden moeten zijn met minder dan de vorige keer.Take me to the river. Het kabbelt… De wolken hadden vrij spel. Soms verscheen in het zwerk statig en traag als in een stille film een zeppelin, of vliegensvlug een zwaluw. Soms schreef een vliegtuig geluidloos en trager dan een kind dat met de tong tussen de lippen de eerste woorden met een griffel op een lei krast, een merknaam in het zomerzwerk. Tekstballonnen gevuld met dure woorden ploften tot wattige wolkjes in het zwerk, alles loste op in het staalblauw. Wat restte was de herinnering aan een alfabet van gifgas De zuurtegraad nam toe, kauwgum werd van de vloer geschraapt en in de mond gestoken, en, zoals een kaarsvlam onder een brief soms de essentie zichtbaar maakt, doemden schimmige wezens op, die nog slechts aan de aarde aangemeerd lagen door hun loodzware kleren.Hun rijk was niet van deze aarde en ze stonken uit hun bek. Na schooltijd aarzelden zij niet om op hun habijt ter hoogte van hun kruis de handen liefdevol op elkaar te leggen, om dan even later door het zwerk te dwarrelen, als Tibetaanse monniken, dolfijnen, astronautessen in gewichtloze toestand, voerden halsbrekende trapeze uit.Je schrikt wakker, maakt een onzachte landing. Vrijwel onmiddellijk ben je gerustgesteld. Je viel toch niet. In je hoofd hangen nog een beelden….Natte fresco’s… Het is kijken door een periscoop… De verrekijker (bij de afgrond)… De vlakte is gekrompen. Je nadert en het vergroot, je zet enkele stappen terug en het verkleint. Of omgekeerd. Nooit is het beeld van de speelplaats standvastig. Alles is optisch bedrog. Spiegelpaleis, doolhof. Lachspiegel. Je groeit eruit met de tijd.