Het regende. Uitgerekend die dag, elk jaar opnieuw. Een natuurkundig fenomeen dat was uitgegroeid tot een kwaadaardige traditie. Of zag de Heiland Zelf zijn aftocht uit het aardse tranendal liefst herdacht als een film noire waarin het water bij bakken uit de hemel drensde? In elk geval, was Goede Vrijdag, de dag waar wij, ongelovige honden, ieder jaar opnieuw, al maanden van tevoren naar uitkeken. Of was er meer aan de hand? Het dorp telde vierduizend inwoners en zeven slagerijen. Ik bekend: ook ik ben een slagerszoon. Het was alsof God de markt wou bestraffen met een remake van de zondvloed.
Het katholicisme leverde toen zijn laatste achterhoedegevechten. Waar de christene zich voorheen elke vrijdag gedwongen zag zich te onthouden van vlees, gold dit nog slechts voor één vrijdag in het jaar. Een etensrest van een streng regime. Men had betere dagen gekend. Het christendom is veel vroeger gevallen dan het communisme.
Goede Vrijdag bleef het langst overeind. Geen dierenrechtenactivisten of veganisten. Een traditie… Alle lieden van slechte wil herdachten het betere timmerwerk op de Berg Golgotha… En dan nog fêteerden velen heimelijk het Inferno van Dante. Voor ons, arme duivels, bleef het in die dagen nog, buiten de te verwachten Val der Duiven (en het christendom), wachten op Godot en elk andere teken van moderniteit. Jaarlijks verlof, wekelijkse rustdag en andere concrete verworvenheden en verwezenlijkingen van de reëel geworden nieuwe tijd waren ons, kleine neringdoeners, vooralsnog niet te beurt gevallen. Een slager moest het godganse jaar paraat staan. Op elk uur van de dag in staat zijn de nood van zijn naaste te lenigen. Het vlees was zwak. Ook op zondag.
Slechts één dag per jaar was het ons vergund de poorten van ons vleesverwerkend bedrijf achter ons dicht te gooien. Goede Vrijdag, de enige dag op de kerkelijke kalender waar naar uitgekeken werd. Onze capitulatie. Het duivelspact tussen religie en bloedworst.
Op Goede Vrijdag hadden wij ongelofelijke haast. Zo snel mogelijk wilden we de zee bereiken. Meestal regende het. Stront. Viel als manna uit de hemel. Hoe de Godheid ook zijn best deed zijn sluizen open te houden, niets of niemand kon die dag onze pret bederven. Aan zee aten wij vis.
december 21, 2006 bij 3:33 pm
wat een kanjer van een eindregeli didi hihi
Ik zat net in word te schrijven , dacht net aan het feit dat wij op vrijdag en dus ook op goede vrijdag inderdaad altijd vis aten.
Er waren ook steenvast de nodige grappen in huis op die dag met acht meiden( ik tel mijn moeder dan ook mee, het kindermeisje niet want die was dan al naar huis).
Ooit zei ik tegen mijn vader, wie heeft toch bedacht dat je van de katholieke kerk op vrijdag vis mag eten en geen vlees?
Hij zei, wat denk je en ik dacht.
Toen zei ik tegen mijn vader, o, vandaag dat woensdag gehakt dag is.:)
hihi wat zit er toch veel humor in taal , soms valt op eens een beeld door o.a jouw tekst in mijn hoofd, die al is het nog zo serieus, me helemaal in een deuk doet belanden van het lachen.
Didi, ik wens je fijne kerstdagen en happy new year
Taal is een wonder in tekens,ja ongelooflijk prachtig
elke emotie komt wel een keer uit de kast als ik gewoon even lees of schrijf heerlijk toch, lievegroet van hier en ja
fijne dagen las deze graag , soms maakt mijn hoofd kinderlijk rare gedachten sprongen, associerend.
Ik ga in beweging, even in word nu ratelen, er borrelt zoveel uit die glimlach, dus dank je voor die lach en in spiratie.
lievegroet annemieke
december 21, 2006 bij 3:41 pm
Bedankt voor de fijne reactie! Ook fijne eindejaarsdagen toegewenst.
december 21, 2006 bij 10:34 pm
Schattig!
’t Ja, vis houdt nu eenmaal van water, veel water, vooral op zo’n hoogdag -als goede vrijdag- voor de vissers.
Voor mij is zelfs ieder “goeie” vrij-dag een reden om er een zee-dag van te maken, met of zonder vis.
december 22, 2006 bij 1:13 pm
Het is gebeurd. Didi zijn ware aard is ontcijferd! Hij is….
SCHATTIG!
december 22, 2006 bij 1:32 pm
Ik ga er helemaal van blozen. (Gelukkig is het wat kouder de laatste dagen.)
april 7, 2007 bij 10:26 am
Kleine Joe,
waar zit je? Ook aan zee ben je nergens te bespeuren!
Alhoewel het een heel mooie Z 😉 NNIGE Goeie Vrijdag was!
Ideaal dus om oude familietradities in ere te houden.
God lijkt immers in de loop van de jaren al heel wat milder te zijn geworden en staat het je toe om in overvloed te genieten van ’t Zonnetje, ook op Goeie Vrijdag! Mijn moeder zaliger beweerde vroeger -de tijd toen het water inderdaad nog bij bakken uit de hemel drensde op die bewuste dag- dat dit de straf van God de Vader was voor de mensen -en mss wel in het bijzonder voor slagers- omdat deze zijn Zoon verraden en gekruisigd hebben.
Of je er nu geweest bent of niet en of je nu al vis gevangen en gegeten hebt of niet, die Dr G -van hier een beetje verder in de tijd- die heeft wel een overheerlijk receptje voor het bereiden -“doreren”!!!- van zelf-gevangen vis.
Ik geef toe, dat dit al wel een bewonderenswaardig culinair hoogstandje is en misschien nog niet zo direct binnen jouw mogelijkheden ligt als eenvoudige huisvaderkok.
Maar als je het jezelf iets makkelijker wenst te maken, is volgende snelrecept ook nog een mogelijkheid om je oude familietradities alsnog in ere te herstellen.
Recept voor zelf gevangen vis
(bron:Ministerie van Eten en Drinken):
De dorade is een mooie vis met een gouden streep over de neus, hierbij is het niet echt nodig om nog zelf te staan doreren 😉 Dorade is ook van zichzelf al een hele smakelijke vis, je hoeft er dus niet veel aan toe te voegen. Beter niet zelfs, proef een dorade heel puur met een beetje olijfolie wat peper en zout en wat laurier. De dorade, één per persoon, schoonmaken en de binnenkant met peper en zout bestrooien. Maak vier inkepingen in de bovenzijde van de vis. Stop daar een vers laurierblad in. Bestrijk de vis met wat olijfolie en zet ze zo ongeveer 25 minuten in een voorverwarmde oven op 180 graden. Simpeler kan het haast niet én een verrukkelijke delicatesse !!!
Serveer op een bedje van aardappelpuree versierd met gestoofde venkel. Espresso toe. Smakkelijk!
april 7, 2007 bij 10:49 am
m 😉 m
ja, ja, ‘k zie’t! ‘k heb ’t weer (goed) voor: weeral Schoeffel!
’t Kan maar smaken: al smaKKend dan!