Ja, heel het bestaan is drama, en we zitten in een patstelling. Nooit is er reden om niet verontwaardigd te zijn. Al heel mijn leven zie ik mij voor de keuze geplaatst, of ik nu kunst moet maken of aan politiek doen. Soms ben ik geneigd om, zoals de tedere anarchist Boontje, te zeggen dat we beter eerst alles maar naar de kloten moeten slaan. De woede wordt getemperd door het besef dat niets, hoe wraakroepend de toestand of de tegenstrever ook is, het nemen van een mensenleven rechtvaardigt. Zelfs op het persoonlijke vlak worden we onophoudelijk geplaagd, getreiterd en gemaltraiteerd door een onmiskenbaar omnipotente, kwaadaardige kracht. Men ziet dat het best in de slaapkamer… Humor is nefast tijdens het bedrijven van de liefde. Alhoewel in extremis met elkaar onverzoenbaar, zijn humor en sex de levensnoodzakelijke ingrediënten die het bestaan in al zijn facetten kruiden.
Schrijven is in eerste instantie geilheid, een permanent gezegende staat van polymorfe perversie. Alhoewel “goeie” literatuur slechts bij hoge uitzondering ontstaat uit vrolijkheid, is literatuur de plek bij uitstek waar in deze samenleving nog het luidst gelachen wordt. Hier worden de regels aan de laars gelapt, worden alle remmen los gegooid, alle registers opengetrokken. Literatuur is de darkroom van het gezonde verstand, de laatste vrijplaats.